24-09-2023

24-09-2023

Pang! Klapband

Vanmorgen worden we wakker in ons appartement met zeezicht. Triëst ligt rond een baai, maar de bergen gaan al snel behoorlijk steil omhoog. Handig voor appartementen met zeezicht (dat heb je al snel), onhandig voor fietsers.

Janneke gaat 's ochtends bij de bakker brood halen. Dat is tien minuten verderop. Waarvan minimaal acht minuten over trappen, heen naar beneden en terug naar boven. Geschat gemiddeld hellingspercentage 60-70%. Gelukkig hoefde dat niet op de fiets.

Bij vertrek uit het appartement hoeven we 'slechts' een procent of 15 omhoog. Om weg te kunnen rijden, nemen we de parallelle straat, zodat we eerst nog een meter vlak kunnen fietsen. We trappen onszelf de stad uit en kijken onderweg nog een aantal keer om naar de baai (als het niet te steil is).

Na een paar kilometer komen we op onze route. Die gaat via Postojna, meer in het oosten, naar Tolmin, weer verder naar het westen. Hoewel de Garmin maar een paar stukken als 'klim' classificeert, gaat het de eerste 60 kilometer vooral naar boven. Een beetje zonder dat we het door hebben, maar het geeft wel het gevoel dat het fietsen niet echt lekker gaat. Daarnaast is het onverwacht nogal koud, en hebben we het daardoor koud, wat ook niet bijdraagt aan het plezier.

We komen op een fietspad terecht, dat door een bos slingert. Dit keer mooi asfalt op het fietspad in Italië. Tot het opeens stopt en verder gaat als grind. Gelukkig is dat maar 300 meter. Daarna ligt er weer keurig asfalt: de overgang markeert de grens met Slovenië.

Als we net beginnen aan de enige langere klim die wat steiler is, vallen er eerst wat druppels en daarna begint het te regenen. Dat was niet voorspeld! Maar aangezien de regen lijkt door te zetten en we het al koud hadden, doen we toch maar jassen aan. We verwachten dat we dat te warm stukken vinden tijdens het klimmen, maar eigenlijk is het lekker en krijgen we het weer warm (en niet te warm). Als we later op de neerslagradar kijken, zien we dat het in Triëst en Tolmin grotendeels droog is, maar dat iets ten oosten daarvan een uitloper hangt van de regen die op de Balkan valt. Tja, hadden we toch een directe route moeten nemen.

De rit is het eerste deel niet super interessant; we rijden veel door bos en soms iets opener landschap met lage toppen om ons heen, ook met bos. Op zich gunstig om de mindere landschappen te combineren met regen, maar het totaal wordt wel wat saai.

Na een kilometer of zestig is het eigenlijk wel nodig om iets te drinken en te eten. Nou is fietsen in de regen niet onze hobby, maar dat is best te doen. Maar picknicken in de regen (en kou) gaat wel wat ver. Er zit dus niets anders op dan op zoek te gaan naar een café of restaurant, ondanks de lekkere broodjes uit Triëst in de fietstas. We fietsen een stadje in, maar letten niet goed genoeg op en zijn er al bijna doorheen. Wel zien we nog een café, dus besluiten we die maar te nemen. Het meisje dat koffie en thee voor ons maakt, zegt dat ze eigenlijk niet veel eten verkoopt. Maar ze vindt het prima als we naar de bakker gaan om iets te halen. Dat kan dan natuurlijk ook uit de eigen fietstas. Dus zitten we lekker warm binnen, met warme koffie, en onze lekkere broodjes.

Helaas moeten we ook weer naar buiten, de regen in. Het stadje waar we zijn is niet echt interessant om langer te blijven, en zeker niet in de regen. Dus stappen we weer op. Maar nu met het vooruitzicht dat grote delen van de route omlaag zullen zijn, in plaats van omhoog.

We weten vanuit het hoogteprofiel dat we op ongeveer 80 kilometer op ruim 600 meter zouden moeten zijn, en dat het daarna alleen nog overwegend naar beneden gaat. We stijgen langzaam steeds verder, tot we bij 611 meter zijn. En dan volgt een afdaling, veel steiler dan de beklimming, een kloof in. We moeten elkaar er wel even aan herinneren dat het mooi is.

Na een tijd afdaling horen we ineens een harde knal. Klapband! Gelukkig is er iets verder op een inham waar we kunnen staan. Maar verder is het geluk beperkt: band vervangen in de regen. We vinden dit keer wel de oorzaak: de wang van de buitenkant is gescheurd. En deze band hebben we op dag één van de rit er nieuw opgelegd. (Vraag Henri nog eens naar zijn mening over vouwbanden, als je zin hebt in een moppersalvo. Helaas zijn draadbanden niet meer te koop in de juiste maat en type.) We halen de band die we eerder van het voorwiel hebben gehaald uit de bob-kar en leggen die nu op het achterwiel. Netto hebben we nu de voorband en de achterband gewisseld ten opzichte van vertrek.

We fietsen verder langs de rivier de Idrijca, door de kloof die de rivier heeft uitgesleten. Ondanks het grijze weer is de kloof indrukwekkend. En zowaar, zo'n 25 kilometer voor onze bestemming wordt het droog. We grijpen dit moment aan om een kamer te boeken en meteen maar van ons brood te eten; dit keer met mooi uitzicht (geen lelijke parkeerplaats of zo), maar wel staand met de fiets aan de hand.

We eindigen in Tolmin. Gelukkig is er een warme douche, bakker voor morgen en volgens Google een fietsenmaker. Eerste stop morgen!

De cijfers:
Afstand:
139,3 km
Hoogtemeters:
1.355 m
Tijd bewogen:
6u 48m 44s
Tijd totaal:
8u 46m 33s
Gemiddeld:
20,4 km/h
Max:
45,4 km/h
Materiaal:
Santos double travel
Download:
GPX