11-09-2023

11-09-2023

Europa's laatste onomgekeerde steen (Albania.al)

Europa's laatste onomgekeerde steen (Albania.al)

Vandaag gaan we door vijfde land van onze reis fietsen: Albanië. Na een stevig ontbijt (met koffie waar de lepel rechtop blijft staan) in het hotel stappen we op de fiets en rijden we stroomopwaarts langs de rivier de Lim. Het eerste stukje lopen rivier en weg weer door een smalle kloof, maar al snel opent de kloof zich in een breder dal. We vinden het landschap hierdoor veel meer op de Alpen lijken.

Bij Plav rijden we langs een meer. Je verwacht in de bergen een stuwmeer, maar dit lijkt een natuurlijk meer, compleet met moerasgebied, waterlelies en rietvelden. Alleen de bergen er om heen zijn toch echt anders dan de Biesbosch.

In Gusinje, de laatste plaats voor de grens met Albanië, doen we nog even inkopen. We hebben geen Albanese leks en we verwachten op de zestig kilometer die we in het land gaan rijden ook niet heel veel voorzieningen. Daarna rijden we naar de grens, een kleine grensovergang waar we de bidons kunnen bijvullen en de beambten ons vrolijk en vriendelijk helpen.

Net over de grens ligt een klim van ruim 9 kilometer. De klim is erg onregelmatig, met heel steile stukken en regelmatig een stukje dalen. Maar het landschap in de smalle kloof, met ruige rotsformaties, maakt het afzien meer dan goed. En hoewel we al veel kloven gezien hebben, is deze toch echt anders. De rotsen zijn lichter van kleur, er liggen meer losse stukken rots en er groeien relatief weinig planten.

Als we de pas over gaan, komen we terecht in een noord-zuid georiënteerd dal. De zon staat er dus de hele dag op. Dat is te merken, want het is er behoorlijk warm. We willen graag ons meegebrachte eten en drinken opmaken, maar kunnen geen enkele plek vinden waar je kunt zitten, laat staan in de schaduw. Pas na een kilometer of 25 grotendeels dalen, komen we in het enige dorpje van betekenis. Daar staan dan gelukkig meteen voldoende bankjes voor alle fietsers die er op dat moment zijn: twee Duitse mannen, een Nederlands meisje en wij. Je komt zo eens wat tegen in uitgestorven gebied.

Nog even terug naar dat dal. Dat er geen plaats is om te stoppen, komt doordat de weg door enorme rotsformaties en ruige rotsvelden loopt. Ook deze rotsen zijn van de veel lichtere rotssoort die we eerder niet gezien hadden. En de hoeveelheid rotsen en steile hellingen, waarschijnlijk in combinatie met de ligging in de brandende zon, maakt het een heel ruig dal, met weinig begroeiing. Weer heel erg mooi en verrassend.

Het nadeel van een dal is dat je er weer een keer uit moet. In dit geval met een klim van bijna 9 kilometer die tegen de rotswand is geplakt. Een zware klim, maar door de uitzichten ook heel mooi. En we gaan een stuk harder dan de andere fietsers op de weg (of is dat niet relevant?).

Boven aan de klim komen we op een stukje hoogvlakte. Daar is het opeens heel groen, met grasvelden, bomen en zelfs akkers. We rijden de hoogvlakte over en na een paar kilometer begint de afdaling. Naar zeeniveau, dit keer. We hebben ondertussen behoorlijk dorst, want de klimmen waren heet en ons drinken is bijna op. We stoppen daarom bij een tankstation. Hier vragen we eerst maar of we in euro's mogen betalen. Dat mag, waarna het mannetje ons twee euro per blikje fris vraagt. Waarschijnlijk veel duurder dan in Albanese lek, maar nu hebben we tenminste nog iets gesponsord in het mooie Albanië.

Hierna fietsen we naar de grens. Dit keer een veel grotere grenspost, met veel vrachtverkeer en auto's. De rijen zijn opgedeeld in auto's, bussen en vrachtwagens. Helaas geen rij voor fietsers, dus we sluiten maar aan bij de auto's. De beambte die ons Albanië uit moet laten, wil echter niet eens onze ID zien en stuurt ons meteen door. Als we Montenegro weer binnen komen, worden we voor het einde van de rij al naar de beambte van de vrachtwagen gestuurd. Gelukkig hoefden we niet ook in de rij voor de weegbrug. Tot nu toe allemaal positieve ervaringen aan de grens.

Na de grenspost rijden we 13 kilometer over een weg die we normaal vast best mooi zouden vinden, met uitzicht over een groot meer en bergen in de verte. Maar met de ervaring van eerder op de dag is het nogal een deceptie. We komen daarna in een soort landbouwgebied, dat helemaal vlak is. Gelukkig schieten de kilometers daardoor wel op en door over de kleinere weggetjes te rijden met extra bochten en afslagen wordt het net niet saai. Maar we zijn blij als we bij de kamer zijn. Waar zelfs een wasmachine is, dus handwassen een keer niet nodig en morgen extra schone kleding.

De cijfers:
Afstand:
129,4 km
Hoogtemeters:
1.604 m
Tijd bewogen:
6u 26m 46s
Tijd totaal:
8u 26m 58s
Gemiddeld:
20,1 km/h
Max:
58,0 km/h
Materiaal:
Santos double travel
Download:
GPX