In Jeonju kunnen we een bus nemen tot vlakbij het oude centrum waar we slapen, maar de informatie over de bussen is niet op het treinstation bij het informatiepunt te vinden. Wanneer we uiteindelijk de bus gevonden hebben verplaatst de buschauffeur zich nog even snel om zijn slaapje af te kunnen maken.

De regen is gelukkig wat minder als we de bus uitstappen en al snel zien we karakteristieke Koreaanse huisjes, het guesthouse is snel gevonden en is echt traditioneel: geen matrassen, maar dunne matjes. Dat wordt lekker slapen vannacht.

Jeonju staat bekend om Bibimbap. Een traditioneel gerecht met rijst, groente en vlees wat in een loeiheet bakje sissend op tafel wordt gezet. In het door de lonely planet aanbevolen restaurant voor Bibimbap buiten het oude centrum is de kaart ook duidelijk. 2 gerechten, beide Bibimbap: een met varkensvlees en een met tartaar.

Het blijkt letterlijk fastfood te zijn, we zitten nog maar net of de soep staat al op tafel en ze kijken ons de soep naar binnen om de rest op te kunnen dienen. Het is een prima gerecht.

Na een toch wat harde nacht worden we ‘s ochtends verrassend fris wakker. De zon is weer verschenen en we beginnen aan de wandeling door de stad. De rivier staat nog wat hoog en de stap-stenen door de rivier zijn nog niet begaanbaar.

Het oude centrum is duidelijk de toeristische attractie, we komen weer veel Chinese toeristen in traditionele kleding tegen, nu op elektrische scooters, wat niet altijd even goed gaat. Ook valt ons weer op dat de traditionele kleding de westerse toeristen niet staat, dus wij hoeven het niet te proberen.

Op het dakterras van een café, met uitzicht over oud en nieuw deel plannen we de komende dagen. We zullen verder reizen naar het zuiden en wat eilanden bezoeken.

Eind van de middag wandelen we nog even een heuvel op waar een oude muur op staat. Het eerste deel van de muur zien we door de volkstuintjes over het hoofd, maar naarmate het pad smaller wordt, komt er ook opeens een muur tevoorschijn. De heuvel wordt waarschijnlijk ook gebruikt als grafheuvel, want we zien allerlei bulten met een soort van grafstenen er voor. Het pad wordt steeds smaller en we banen ons een weg door de spinnenwebben.

‘s Avonds proberen we een restaurant te vinden waar ze ook iets anders dan Bibimbap serveren. Wederom buiten het oude centrum vinden we een restaurantje dat 5 gerechten aanbiedt. De keuze valt op noodlesoep met zeevruchten, een soort omelet met vis en uiteraard wel Bibimbap. Dit keer toch in een iets andere vorm. Ook wordt ons op de mogelijkheid gewezen voor de Bibimbap een lepel te gebruiken, waarschijnlijk zag ons gebruik van de stokjes er te klungelig uit. (Voor de soep werd al wel een lepel gebruikt)

Na weer een nacht op onze matjes die aan de rand veel dikker lijken dan ze in het midden zijn reizen we op dinsdag verder met de trein. Ditmaal een trein die slechts half zo hard gaat.

Op het eindstation komen we er achter dat we een kaartje naar het verkeerde station hebben geboekt, waardoor we nog even 20 minuten met de bus moeten.

We komen uiteindelijk 2 uur later aan op het vliegveld waar we de auto hebben gehuurd en dan is het zover: autorijden in een Aziatisch land. In onze Hyundai Avante gaan we op weg. Zo’n 2 uur later komen we via een industrieterrein aan bij het geboekte drive-in “business” hotel. Het is aan de hartjes te zien al snel snel duidelijk wat voor soort business, en door het drive-in concept kun je geheel anoniem het hotel binnen.

Overnachting: Guesthouse Sarangroo & Samho Motel